This baby is ill, very!
Door: Rikko
Blijf op de hoogte en volg PopUpKerk
09 Juli 2015 | Griekenland, Lesbos
Diep geschokt door het bezoek aan Kara Tepe bestellen we met weinig eetlust het een en ander op een terrasje in havenstad Mytilini. We voelen een wanhoop en verdriet dat we nog niet eerder hebben gevoeld. Niet bij de boten, niet onderweg. En in mijn oren klinkt nog steeds de roep van die twee mannen. Ze hebben een apathische baby in hun armen liggen, met verband of iets dergelijks om de voetjes en een ongezonde huidskleur; This baby is sick! Very sick!
Toen we aankwamen bij het kamp, liepen we tegen Mohamad aan. De accountant die met de tweede boot aankwam. Een supervriendelijke man uit Syrie. Dat van de 3000 man, hij nou net degene moet zijn waar we als eerste tegenaan lopen. Hij wilde ons graag rondleiden. Reisgenoot Alfard beschrijft hier zeer adequaat wat er dan door ons heengaat: www.alfardmenniga.nl
Toch is het ook een feestje om iedereen weer te zien. Temidden van de smerigheid, de ziektes, de uit elkaar gesloopte electriciteitkasten en de onontkoombare hitte vinden we de mensen die we ontvangen hadden op het strand. Ishaam en Fegr, studenten biologie en sociologie, de man met dat jongetje dat maar niet op wilde houden met rillen. Hij is nu supervrolijk. En dan wordt het feestje in de hel compleet als we ook nog de kleine kinderen; Shema en Aiah, Talal en Achmad - de vrolijke tweeling en dat meisje dat ik een uur heb gedragen omdat ze echt niets meer kon. Met de armpjes om mijn hals sliep ze na 10 stappen. Ze komen het plastic tentje uit rennen om ons te begroeten en al snel sta ik met beide meisjes op mijn arm en de tweeling springend om me heen.
Het feestje is maar kort. Heel kort. De mensen in het kamp blijven zich verzamelen om de camera. Niet dreigend, maar alles kan zomaar ontaarden. Dat voelen we aan alles. We moeten door. Vanonder de bomen gebaren mannen driftig naar ons: come, this baby is sick! very sick! De spanning is te hoog opgelopen. Bij ons en in het kamp. We werden al eerder gemaand door vluchtelingen om nu te maken dat we weg komen want de politie was gearriveerd. Mensen beginnen door het kamp te stromen naar een centrale plek omdat misschien hun namen worden afgelezen. En gister was er nog een opstand in het kamp tegen het politiegeweld. Linda wisselt snel nog even haar videokaartje. Voor het geval we gestopt worden en alle beelden moeten wissen. De mannen blijven roepen. Wij moeten door. Wat kunnen we doen.
En nu zitten we op dat terrasje met schone mensen om ons heen. Geen stank, geen vliegen. We bestellen maar wat. Omdat je moet eten. Maar de kreet van de mannen blijft. Ik bel een lokale organisatie. Wat kan er gedaan worden aan die baby? Het duurt heel lang voor ze terugbellen. Maar dan melden ze dat die mensen een ambulance moeten bellen. Al weten ze niet of die zal komen, want soms worden etensvoertuigen die het kamp opkomen, bestormd. Zou een ambulance dan wel komen?
Met Alfard neem ik een taxi naar het kamp. We gaan zien of we er weer binnen kunnen komen. De baby kunnen vinden. En of we dan een ambulance moeten bellen. Als we aankomen staat er ME voor het kamp met helmen en schilden. Het staat mudvol voor de ingang. Daar kunnen we niet door. Een ambulance zien we nog langskomen. Zou het voor de baby zijn? In elk geval komen er ambulances! Dat is goed.
We wachten voor de ingang, zien hoe het namen aflezen plaatsvindt. Iedereen die zijn naam afgelezen krijgt, ontvangt een papier waarmee hij of zij naar Athene kan reizen om zich te melden. Met dat papier en een paspoort kun je een ticket kopen voor de boot. Opeens maakt zich uit die groep een bekend gezicht los. Achmed, de vader van de tweeling en de meisjes. En de kinderen zijn er zelf ook. Op een holletje de straat over. En met een diep-gelukkige grijns zegt Achmed: We are going to Athena! We are going to Athena! Juichkreten, omhelzen, kinderen High-fiven. Weg uit de hel! Een Egyptische Griek brengt hen eten, hij kwam hen onderweg tegen en zorgt nu al dagen voor ze. We spelen met de kids. Vannacht om 05.00 varen ze!
Als we na een uur terugkeren naar het kamp staat er een lange rij aan de ingang. Een wit busje deelt eten uit, daarachter staan nu al 200 mensen in de rij in stilte te wachten. De rij groeit snel. We glippen er langs en weten dat we maar heel kort kunnen blijven want er kan nu van alles gebeuren. De baby is niet te vinden. De mannen staan misschien in de rij of de ambulance kwam echt voor hen. We weten het niet. En moeten het laten rusten. Met een veel lichtere stap dan op de heenweg, keren we terug naar Narda en Linda. Met nu iets van goed nieuws! Sommigen mogen weg uit de hel. Die nacht zal blijken in de haven dat zij niet de enigen zijn...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley